7.3 VLUCHTPLANNING

Tijdens de wintermaanden, als de cumuluswolken zich weken achter elkaar niet laten zien, zal menige zweefvlieger verlangend uitkijken naar het voorjaar met heldere blauwe luchten en witte opbollende stapelwolken. Wie in het voorjaar overland wil gaan, doet er goed aan om in de winterperiode al de voorbereidingen voor het overlandvliegen te treffen.

Dit onderdeel vluchtplanning en taakstelling gaat over het voorbereiden en uitzetten van overlandvluchten. De verwachte lengte, duur en sterkte van de thermiek bepalen in grote mate welke overland we kunnen plannen. Daarom bestuderen we eerst hoe we aan de hand van het weerbericht de lengte en de sterkte van de thermiek kunnen inschatten. Dit staat beschreven in de paragrafen:

7.3.1 Thermiek

  • 7.3.1.1 Het ontstaan van Thermiek
  • 7.3.1.2 Aanvliegen van de thermiek
  • 7.3.1.3 Het centreren
  • 7.3.1.4 Dwarshelling en snelheid

Voor een eerste overland is het nodig om eerst een overland met een ervaren zweefvlieger in de tweezitter of in een motorzwever te maken.

7.3.2 Oefeningen met de tweezitter of motorzwever

  • 7.3.2.1 Overland en navigatie
  • 7.3.2.2 Veldkeuze en overlandcircuit

7.3.3 OVERLANDVOORBEREIDING

  • 7.3.3.1 Ophalen en (de)montage van zweefvliegtuigen
  • 7.3.3.2 Overland: Vluchtvoorbereiding

Tenslotte worden de vaste onderdelen van de overlandvlucht beschreven. 

7.3.4. Overland 

  • 7.3.4.1 Lokaliseren en aanvliegen van de thermiek
  • 7.3.4.2 Overland: Vliegtechniek
  • 7.3.4.3 Het ronden van keerpunten
  • 7.3.4.4 Overland: Navigatie
  • 7.3.4.5 Overland: Veldkeuze
  • 7.3.4.6 Procedure buitenlanden
  • 7.3.4.7 (Solo)Overland met de wind mee