8.9 LUCHTWAARDIGHEID EN ONDERHOUD

Dit hoofdstuk gaat over luchtwaardigheid en het onderhouden ervan. De onderliggende vraag daarbij is: wanneer is het zweefvliegtuig wel of niet luchtwaardig?

8.9.1 Algemeen

Een nieuw zweefvliegtuig dat na een uitgebreide keuring en beproeving voldoet aan de EASA luchtwaardigheidseisen zoals verwoord in CS-22 ontvangt een type certificaat. Dit type certificaat is geldig in de landen die zijn aangesloten bij de Europese Unie maar kan ook worden overgenomen door andere landen. Soms komt het voor dat een niet-aangesloten land aanvullende eisen stelt en op basis daarvan een eigen type certificaat introduceert. Op basis van het type certificaat kan een eventuele seriebouw plaatsvinden. Elk volgende vliegtuig van die serie ontvangt na vele kwaliteitsinspecties en een proefvlucht een goedkeuring van de fabriek waarmee, op basis van het type certificaat, een luchtwaardigheidscertificaat kan worden aangevraagd.

Dit luchtwaardigheidscertificaat heet tegenwoordig een ARC (Airworthiness Review Certificate). Een ARC wordt steeds voor 12 maanden afgegeven namens een CAMO (Continuing Airworthiness Management Organisation). In Nederland is dit de KNVvL afdeling Zweefvliegen. Deze organisatie beschikt over inspecteurs (Airworthiness Review Inspectors: ARI’s) die de luchtwaardigheid beoordelen aan de hand van een technische keuring en een beoordeling van de technische administratie.

De technische administratie omvat -onder andere- een goedgekeurd onderhoudsprogramma (Aircraft Maintenance Program: AMP) plus documenten die aantonen dat het vliegtuig voldoet aan alle luchtwaardigheidseisen. Te denken valt aan het ARC, het journaal, de onderhoudsverklaring, het vrijgave document maar ook de status van verplichte inspecties (Airworthiness Directives: AD’s) en/of modificaties (Service Bulletins: SB’s). Het gehele scala aan onderhoud bestaat dus uit inspecties, modificaties, reparaties met bijbehorende administratie.

Het onderhoudsprogramma en het onderhoud zijn de verantwoording van de eigenaar. Het onderhoudsprogramma moet zijn goedgekeurd door een AMP Inspector (AMPI) welke ook onder de CAMO valt. Naast het goedgekeurde onderhoudsprogramma dient de eigenaar ook te zorgen voor de tijdige uitvoering van het onderhoud door de juiste personen. In die zin kent men de volgende categorieën onderhoud: pilot/owner maintenance (POM), non-complex maintenance en complex maintenance. Vlieger/eigenaar onderhoud kan bestaan uit kleine, simpele klussen welke beschreven zijn in het AMP waarna de vlieger/eigenaar zelf het vliegtuig weer luchtwaardig verklaart middels een ‘certificate of release to service’. Dit gaat dus verder dan de inspectie na montage; denk bijvoorbeeld aan het wisselen van een wiel. Het overige (non) complexe onderhoud dient altijd te worden uitgevoerd door een bevoegd technicus.

Verdieping
Op dit moment beschikken de technici nog over een Aircraft Maintenance License (AML) met bevoegdheden A, B en/of C. De A-bevoegdheid geldt voor algemene werkzaamheden, de B-bevoegdheid is voor motoren, en de C-bevoegdheid is voor elektronica. Met de invoering van een nieuwe onderhoudscategorie voor vliegtuigen onder de 1000 kg (de European Light Aircraft: ELA-1) probeert EASA het onderhoud voor deze groep vliegtuigen beter toe te snijden op de doelgroep. De komende jaren worden de technicus bevoegdheden omgezet naar een EASA Part-66L bevoegdheid. Hiermee kan een technicus ook in de toekomst onderhoud blijven uitvoeren aan zweefvliegtuigen voor niet-commercieel gebruik.

8.9.2 Inspecties

Teneinde voor een ARC in aanmerking te komen, dient men het goedgekeurde onderhoudsprogramma te volgen. Dit onderhoudsprogramma is gebaseerd op de door de fabrikant voorgeschreven inspecties met bijbehorend intervallen.

De meest bekende inspectie is de dagelijkse inspectie Deze dient voorafgaand aan de eerste vlucht van de dag, maar ook na montage, te worden uitgevoerd. Iedereen in het bezit van een geldig LAPL(S) of SPL mag deze inspectie uitvoeren en aftekenen. Hierbij wordt opgemerkt dat deze inspectie moet worden afgetekend door een instructeur of technicus zodra het toestel gevlogen gaat worden door een solist. In de bijlage vind je een voorbeeld van de dagelijkse inspectie van de ASK-21.

Meestal vindt tijdens de winterstop de jaarinspectie plaats. Deze inspectie wordt uitgevoerd en afgetekend door een bevoegd technicus.

De meeste fabrikanten kennen daarnaast nog tussentijdse inspecties voor zaken die niet kunnen wachten tot de jaarinspectie. Deze inspecties die op vlieguren, op starts/landingen (cycles) of op kalenderbasis gaan, worden ook uitgevoerd en afgetekend door een bevoegd technicus.

Naast deze voorgeschreven routine inspecties zijn er de bijzondere en/of speciale inspecties zoals na overbelasting (bijvoorbeeld na een harde landing of grondzwaai) of een extra inspectie op aangeven van de fabrikant.

8.9.3 Technische administratie

De technische administratie van het vliegtuig bevindt zich slechts gedeeltelijk aan boord en moet tenminste drie jaar, goed beschermd worden bewaard. In de navolgende paragrafen worden de belangrijkste documenten uit de technische administratie beschreven.

De ARC is het luchtwaardigheidscertificaat en is zoals eerder beschreven 12 maanden geldig na een inspectie van vliegtuig en technische administratie.

Journaal (vliegtuiglogboek)
Het juist invullen van het Journaal is belangrijk om tijdig onderhoud te kunnen plannen. Door het aantal starts en uren te totaliseren ontstaat een goed inzicht in het aantal uren tot de volgende inspectie. Het journaal bevindt zich daarom altijd aan boord van het vliegtuig.

Het Journaal is ook de plek om klachten en defecten te noteren en administratief af te handelen. Een klacht is een gebrek welke de luchtwaardigheid niet beïnvloedt. Denk aan een waterkraan die niet dicht wil. Een defect is een gebrek welke de luchtwaardigheid wél beïnvloedt zoals bijvoorbeeld een scheur ter hoogte van de kleppenkast. Brevethouders bepalen zelf of een gebrek een klacht of een defect is; bij twijfel raadpleegt men altijd een technicus. Zolang het defect niet is afgehandeld door een technicus, is het vliegtuig niet luchtwaardig. De technicus kan er voor kiezen een defect meteen te verhelpen of deze op een lijst met uitgestelde defecten te plaatsen. Indien de scheur uit het vorige voorbeeld slechts een lakscheur blijkt, kan de technicus besluiten de scheur af te plakken en de lakreparatie uit te stellen tot het winteronderhoud.

Onderhoudsverklaring
In de Onderhoudsverklaring staat wanneer het eerstvolgende onderhoud dient te worden uitgevoerd. Men kan dit controleren aan de hand van de urenstaat uit het journaal. Het document bevindt zich dan ook in de map met vliegpapieren aan boord van het vliegtuig. Is het vliegtuig aan onderhoud toe, dan is het niet langer luchtwaardig.

Vrijgavedocument
Het vrijgavedocument is een document dat, zoals de naam al aangeeft, het vliegtuig weer vrijgeeft na een reparatie of modificatie. Het document maakt deel uit van de technische administratie welke zich niet aan boord bevindt.