9.3 VLIEGKAARTEN

9.3.1 Schalen

9.3.2 Opbouw en elementen

9.3.3 Luchtruimstructuur

9.3. VLIEGKAARTEN

De Internationale Burgerluchtvaartorganisatie ICAO (International Civil Aviation Organisation) schrijft voor dat in de luchtvaart overal ICAO-kaarten gebruikt moeten worden. De ICAO-kaart van Nederland sluit daardoor aan bij die van Duitsland en de andere landen. Overal worden dezelfde eenheden, kleuren en symbolen gebruikt.


Helemaal bovenaan op de ICAO-kaart The Netherlands staat: Aeronautical Chart 1:500.000 en Lambert conformal conic projection. Met 1:500.000 wordt de schaal bedoeld en conic projection geeft aan hoe de kaart gemaakt is. 

9.3.1 Schalen

Een kaart is een afbeelding van een gebied op verkleinde schaal. De schaal is de verhouding tussen een afstand op de kaart en de overeenkomstige afstand in werkelijkheid. De schaal kan worden weergegeven in een verhouding zoals 1 : 100.000. Eén centimeter op de kaart is dan in werkelijkheid 100.000 cm en omdat 100.000 cm 1 kilometer is, is 1 centimeter op de kaart dan 1 km.

De Aeronautical Chart The Netherlands heeft een schaal van 1: 500 000 dat betekent dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 500.000 keer zo groot is. Eén centimeter is 5 kilometer. 

9.3.2 Opbouw en elementen


Hier boven zie je een wereldbol. Een globe is een afbeelding van de aarde op schaal. Een kaart is een afbeelding op schaal in een plat vlak. De ICAO-kaart The Netherlands is 1:500.000. We noemen 1:500.000 een relatieve schaal want dit klopt niet overal op de kaart. De aarde is bol en het lukt niet om een stuk van een bol plat te strijken. Eén centimeter is dus niet overal op de kaart met een schaal van 1:500.000 precies vijf kilometer. De schaal van de grote wereldkaart in het aardrijkskunde lokaal klopt aan de polen helemaal niet meer. Een platte kaart is nooit een exacte afbeelding. Een globe is wel perfect want een globe is:

1. afstandsgetrouw

2. conform (hoekgetrouw)

3. oppervlaktegetrouw

Deze drie begrippen moet je kennen. Wat bedoelen we daarmee?

  1. Met afstandsgetrouw bedoelen we dat de afstand op aarde juist op schaal is weergegeven.
  2. Met conform of hoekgetrouw bedoelen we dat de hoeken tussen de lijnen op aarde overal op de kaart in de juiste grootte zijn weergegeven.
  3. Met oppervlakte getrouw bedoelen we dat de oppervlakten op aarde nauwkeurig en juist op schaal worden weergegeven.

Een goede kaart benadert dat zoveel mogelijk, maar het blijft altijd schipperen. Je kunt slechts aan één van de drie eisen op een kaart voldoen.

Cilinderprojectie en kegelprojectie Je kunt een gedeelte van de aarde projecteren op bijvoorbeeld een kegel of op een cilinder. Onder  kaartprojectie verstaat men de methode waarop de kaart tot stand komt, cilinderprojectie of kegelprojectie.

Cilinderprojectie

Cilinderprojectie Een kaart die gemaakt is volgens de methode van de cilinderprojectie heeft de breedte- en lengtegraden altijd loodrecht op elkaar staan. De kaart is hoekgetrouw, maar niet afstands- en oppervlakte getrouw. Bij de evenaar is de kaart goed te gebruiken. De gebieden worden echter groter weergegeven naarmate ze verder van de evenaar liggen.

Kegelprojectie ICAO eist dat een luchtvaartkaart conform is. Verder eist ICAO dat kaarten, die gemaakt worden voor landen tussen de evenaar en 80° noorder- of zuiderbreedte, gemaakt worden volgens de kegelprojectiemethode. Het principe van de kegelprojectie zie je hieronder afgebeeld.

De ICAO-kaart van Nederland is gemaakt met de kegelprojectie-methode. Dat staat rechtsboven op de kaart. Daar staat: LAMBERT CONFORMAL CONIC PROJECTION STANDARD PARALLELS 53°06’40’’N 49°33’20’’N. Dit betekent dat de door de Duitser Lambert bedachte kegelprojectie is toegepast en er staat welke twee parallelen gebruikt zijn als standaardparellen (zie hieronder in de tekst). De kaart is conform, oftewel hoekgetrouw en bijna afstandsgetrouw 

Bij deze methode wordt een denkbeeldige kegel gevormd. De lijnen van die kegel snijden de aardbol op twee standaard parallellen. Voor het maken van onze kaart hebben ze de volgende standaard parallellen genomen. 53°06’40’’ N en 49°33’20’’N. Op die twee plaatsen snijden de lijnen van de kegel de aardbol.

Die lijnen van de kegel zijn de meridianen die zo als rechte lijnen worden weergegeven. Ergens boven de noordpool komen ze in één punt bij elkaar. Vervolgens wordt de kegel opengesneden. Wanneer je de kaart The Netherlands bekijkt, dan zie je dat de meridianen inderdaad naar het noorden toe iets naar elkaar toe lopen (convergeren). Ook kun je zien dat de parallellen een beetje cirkelbogen zijn. Bij de standaardparallellen is de kaart conform. Door constructie is de kaart verder conform (hoekgetrouw) gemaakt. Dit doen ze door zo met de parallellen te schuiven dat de kaart conform wordt. Een op de kaart uitgezette koers kan dus zonder meer op de werkelijke vlucht worden toegepast. De kaart is bijna afstandsgetrouw. De schaal is dus overal op de kaart bijna gelijk. Het netwerk van meridianen en parallellen heet het kaartnet.

Topografie 

Topografie (letterlijk plaatsbeschrijving) is de studie van de beschrijving van de kenmerken van plaatsen en gebieden.  Wanneer het kaartnet op de kaart staat, kunnen steden, dorpen, rivieren, meren, wegen, spoorlijnen e.d. worden getekend op de kaart. 

Onderaan de ICAO-kaart (of op de achterkant) vind je de aeronautical information, de airspace cassification en de signalen die zich in het seinenvierkant van een vliegveld kunnen bevinden. Wat voor zweefvliegers relevant is, moet je kennen. Sommige symbolen zoals rivieren, steden en autowegen spreken voor zich. Hieronder zie je de symbolen:

 

 

 

Lichtsignalen 

Recente kaart

Een recente luchtvaartkaart (of digitale versie) is verplicht. Je moet elk jaar een nieuwe kaart gebruiken omdat het luchtruim geregeld wijzigingen ondergaat. Ook de meest recente luchtvaartkaart is niet altijd volledig up-to-date! Je moet je ook aan eventuele wijzigingen van het luchtruim, die via de AIP en NOTAM's verspreid worden, houden. 

Een uitgevouwen ICAO-kaart is in de cockpit niet bruikbaar. Vouw de kaart zo, dat het stuk dat je gaat vliegen, op je knie komt te liggen.

Teken op de kaart een cirkel met een straal van 5 km en één met een straal van 10 km om je veld. Je kunt dan gemakkelijker bepalen of je binnen glijbereik van je veld bent. 

9.3.3 Luchtruimstructuur

Bij het examenonderdeel voorschriften heb je de luchtruimklassen (categorieën) geleerd. Op de ICAO-kaart zie je onderaan (of op de achterkant) een overzicht van de luchtruimklassen. ICAO heeft 7 luchtruimcategorieën vastgesteld. Ze maken daarbij onderscheidt tussen IFR- en VFR-verkeer.

IFR-verkeer (instrument flying rules) Voor IFR-verkeer moet je beschikken over blindvlieginstrumenten en de gezagvoerder moet daar een bevoegdheid voor hebben. Voor deze vliegtuigen gelden de Instrument Meteorological Conditions (IMC). Er  moet een vliegplan bij de verkeersleiding zijn ingediend en de verkeersleiding zorgt voor de separatie. 

VFR-verkeer (visual flight rules) Zweefvliegers vallen onder VFR-verkeer. Wanneer het verticale en horizontale zicht voldoende zijn en er ook voldoende afstand tot de wolken gehouden kan worden, gelden de Visual Meteorological Conditions (VMC) (zichtvliegomstandigheden) en kan gevlogen worden volgens de Visual Flight Rules (zichtvliegregels).

Een VFR vlieger is zelf verantwoordelijk voor de separatie met ander vliegverkeer. Hier geldt het See-and-Avoid-principe (zien en ontwijken). In het luchtruim waar zweefvliegers mogen vliegen, komt IFR- en VFR-verkeer voor. Een beschrijving van het luchtruim vind je in de AIP (Integrated Aeronautical Information Package). Zie kaart luchtruim of ga naar: https://www.lvnl.nl/eaip/2019-06-06-AIRAC/html/index-en-GB.html

De indeling van het luchtruim 

Het totale Nederlandse luchtruim valt onder de Amsterdam FIR (Flight Information Region). 

Binnen de Amsterdam FIR treffen we: UTA's (Upper Control Area), CTA's (Control Area’s), TMA's (Terminal Area’s) en CTR's (Control Zones) aan.

  • UTA (Upper Control Area). Een UTA is een algemeen luchtverkeersleidingsgebied in de hogere luchtruimte, in de Amsterdam FIR boven FL 195. Een UTA wordt gecontroleerd door een Upper Area Control Centre (UAC).
  • CTA: een CTA is een uitgebreid gebied op grotere hoogte, voor ‘en-route’ verkeer. Het vliegverkeer wordt daar geregeld door een Area Control Centre (ACC), bijvoorbeeld Amsterdam Radar.
  • TMA: een TMA is een gebied op middelgrote hoogte, vooral voor het laten klimmen en dalen van IFR-verkeer. Het verkeer wordt geregeld door een Area Approach Control (APP), bijvoorbeeld Schiphol Approach.
  • CTR: een CTR is een lokaal gebied rondom een vliegveld. Het verkeer wordt geleid door een Tower (TWR), bijvoorbeeld Leeuwarden Tower. Sommige CTR’s hebben een ATZ (Aerodrome Traffic Zone).  Een ATZ heeft de status van een ‘Awareness Area’ gekregen. Het is niet een verboden gebied maar je moet er wel extra uitkijken, bijvoorbeeld voor zweefvliegtuigen die starten of een circuit vliegen.

Naast deze indeling kennen we ook de TMZ,. Een TMZ is een Transponder Mandatory Zone. In een TMZ mag je vliegen, maar er moet dan wel met een werkende Mode-S SSR-transponder gevlogen worden. Bijna het hele Nederlandse luchtruim is door de week een TMZ. Enkele gebieden, zoals de TMZ Eelde zijn de hele week een TMZ. 

Hierboven zie je een kaart uit de AIP met daarop de TMZ gebieden. Bestudeer de hele kaart of ga naar https://www.lvnl.nl/informatie-voor-luchtvarenden/publicaties-voor-luchtvarenden klik daar op eAIP en ga daar naar ENR 6 EN ROUTE CHARTS

TFZ (TRANSPONDER FREE ZONE

Rondom enkele vliegvelden zijn permanente transponder free zones door de overheid ingesteld.  In de regeling luchtverkeersdienstverlening is dit opgenomen in artikel 9 1e lid onder b.  Zie: https://wetten.overheid.nl/BWBR0009899/2018-07-01#Bijlage4

In bijlage 4 vind je de permanente TFZ's en een omschrijving van de grenzen van de permanente TFZ's. 

RMZ (RADIO MANDATORY ZONE)

Sinds 2018 kennen we in Nederland ook RMZ-gebieden. Een RMZ is een Radio Mandatory Zone. Een gebied waarbinnen het meenemen en gebruiken van radioapparatuur verplicht is. Binnen deze gebieden geldt een uitluister- en oproepverplichting voor de vlieger.

LUCHTRUIMCLASSIFICATIE

Elk luchtruimgebied heeft een classificatie. 

  1. Klasse A : verboden voor zweefvliegers
  2. Klasse B : geen ongecontroleerd VFR-verkeer, dus alleen toegankelijk met tweezijdig radiocontact en toestemming van Dutch Mil.
  3. Klasse C : dat zijn de CTR’s van bijvoorbeeld vliegveld Leeuwarden, Eelde enzovoort. Voor de militaire CTR’s geldt dat zweefvliegen daar na toestemming voor sommige zweefvliegers is toegestaan. Voor de aanvang van het vliegbedrijf meldt de DDI daar aan de verkeersleiding dat de plaatselijke club gaat zweefvliegen. Zodra het militaire veld actief wordt (omdat er bijvoorbeeld een F16 uit gaat) dan wordt het zweefvliegen beëindigd. Andere zweefvliegers mogen alleen in een CTR’s komen als ze daar toestemming voor gekregen hebben. Voor zweefvliegers zonder RT (bevoegdheid radio telegrafie) zijn het dus altijd verboden gebieden.
  4. Klasse D: daar is zweefvliegen alleen toegestaan na toestemming. Bijvoorbeeld gedeelten van de CTR van Deelen (zie verder in de tekst bij Terlet).  
  5. Klasse E : daar is zweefvliegen toegestaan. Let op de maximale hoogte voor door de week en in het weekend en datzelfde geldt ook voor de zichtvoorschriften.
  6. Klasse F: Klasse F komt in Nederland niet voor.
  7. Klasse G: Klasse G bestaat uit het onderste resterende luchtgebied. Zweefvliegen is daar toegestaan. Al het luchtruim dat geen klassificatie heeft gekregen is klasse G. Behalve in CTR's (klasse C) heeft klasse G luchtruim de grond of de zee als ondergrens en als bovengrens het daarboven gelegen luchtruim. Er is geen verkeersleiding, de snelheid is tot 250 knopen beperkt. Vliegen op zicht is overdag toegelaten en radio-contact is niet vereist.

LUCHTRUIMCLASSIFICATIE ALS DE LUCHTHAVEN NIET ACTIEF IS

De  CTR's in Nederland worden als de luchthaven niet actief is bijna allemaal een RMZ. Het luchtruim is daar dan gelijk aan dat van ernaast (bijna overal klasse E) en je mag erin na toestemming van de Toren of van Dutch Mil. Zie: AIC A 12/2019

Voor een vergroting klik op de afbeelding

Afbeelding van Nico Bijl

Vliegveld Leeuwarden ligt in Nieuw Milligen TMA A. Het luchtruim waar de CTR in ligt is G tot 1500 ft en E vanaf 1500 ft. Wanneer de basis niet actief is, dan wordt de CTR tot 1500 ft luchtruim G en boven 1500 ft luchtruim E.

Wil je de CTR binnenvliegen dan moet je toestemming vragen aan de toren van Leeuwarden op 120.705 MHz. Wanneer de CTR niet actief is, dan is meestal de toren niet bezet en dan moet je aan Dutch Mil Info 132.350 MHz melden dat je de CTR in gaat vliegen. Voordat de RMZ bij Leeuwarden mag worden gekruist dient dit te worden gemeld aan Dutch Mil information, er hoeft geen toestemming te worden gevraagd. Dus is bijvoorbeeld EHLW gesloten, dan is de RMZ active. Voor binnenvliegen van de RMZ moet je dit melden aan Dutch Mil info.

Voor het binnenvliegen van een RMZ geldt een meldingsplicht. Een RMZ neemt de luchtruimklasse aan van het omliggend luchtruim. De Eindhoven TMA 1 ligt voor een deel over de Volkel CTR/RMZ. Het deel van de Volkel RMZ onder de Eindhoven TMA 1 wordt tussen GND-1500ft klasse G en tussen 1500-3000ft klasse C. Dat betekent dat voor dat deel een klaring verplicht is. Het overige deel van de RMZ Volkel wordt klasse G onder de 1500ft en daarboven tot 3000ft  klasse E. 

Hieronder zijn stukken van het VFR-gedeelte klasse C, E , F en G gekopieerd van de ICAO-kaart The Netherlands. Dit zijn voor zweefvliegers de belangrijkste gebieden. De zichtvoorschriften in die gebieden moet je kennen. Let er ook op dat de zichtvoorschriften in het weekend anders zijn dan door de week.

Luchtruim klasse C VFR (visual flight rules)

Luchtruim klasse E VFR

(Klik op de kaart voor een vergroting)

Luchtruim klasse  F                                                            Luchtruim klasse G

 Klasse F komt in Nederland niet voor. Voor klasse F gelden dezelfde voorwaarden als voor klasse G.

Samengevat:

De 300 m verticale afstand in luchtruimklasse C, E en G (boven 900 m), is bedoeld voor IFR-verkeer dat onder een wolk uit kan zakken.

Airspace restrictions: PROHIBITED (P), RESTRICTED (R) en  DANGER AREAS (D)

Bestudeer ook de PROHIBITED,  RESTRICTED en DANGER AREAS. Ze staan op de ICAO-kaart. 

  • Prohibited Areas (EHPxx), zijn gebieden waar niet gevlogen mag worden, zoals bij koninklijke paleizen.
  • Restricted Areas (EHRxx), zijn gebieden waarvoor beperkingen gelden, meestal wegens militaire activiteiten. in de AIP kun je lezen wanneer ze actief zijn en of ze door NOTAM geactiveerd worden.
  • Danger Areas (EHDxx), zijn gebieden waar bijvoorbeeld geschoten kan worden. Of je daar mag vliegen en onder welke voorwaarden staat in de AIP (zie:http://www.ais-netherlands.nl/aim/2018-09-27-AIRAC/html/index-en-GB.html)
  • Temporary Reserved Airspace (EHTRA), zijn gebieden voor testvluchten en militaire oefeningen. 
  • Temporary Segrageted Area (EHTSA) luchtruimte met vastgestelde begrenzingen, waarvoor reserveren van luchtruimte is vereist, voor het exclusief gebruik door specifieke gebruikers gedurende een vastgestelde tijdsperiode.
  • Tijdelijk Gebied met Beperkingen (TGB) Het woord TGB komt regelmatig voor in NOTAM's. Bijvoorbeeld tijdens de Frisian Flag. 

Enkele velden, zoals Veendam en Hilversum, hebben speciale regelingen voor het zweefvliegen. Deze regelingen gelden alleen voor de lokale club. 

Terlet

Terlet is het bekendste zweefvliegveld van Nederland. Veel zweefvliegers maken overlandsvluchten vanaf Terlet of komen er tijdens een overland langs. 

Bestudeer voor de vlucht het luchtruim van Terlet. Ben je van plan om daar te gaan vliegen of om daar te gaan landen, lees dan deze informatie: Luchtruim Terlet http://www.terlet.nl/2016/operationele-data/sectoren-terlet

 

 

Terlet sector 1

Terlet sector 2

Terlet sector 3

Je ziet op het kaartje de Terlet sectoren1, 2 en 3. De hoogte in sector 1 is: GND - 925 ft AMSL  (±282m). In sector 2 en 3 van 925ft AMSL - 3000ft. Terlet ligt ongeveer 80 m boven de zeespiegel. De bovengrens van sector 1 en de ondergrens van sector 2 en 3 ligt dus op  ±200 m boven de grond (AGL).

Op Terlet wordt tijdens de briefing gezegd welke sectoren er open zijn. Dit wordt ook vermeld op het briefingbord op de startplaats. 

Wanneer Terlet de beschikking krijgt over de sectoren TERLET 1, 2 en 3, dan kun je onder de 915 meter hoogte (AMSL) alleen via de oostkant van Apeldoorn naar Terlet vliegen. 

Wanneer je ruim boven de 915 meter kunt blijven, dan kun je over de CTR heen te vliegen. Wanneer je dit doet, hou dan een ruime veiligheidsmarge aan. Indien je een RT-bevoegdheid hebt, dan kun je DutchMil (132.350 Mhz) oproepen en toestemming vragen om binnen de CTR te mogen vliegen.

Notams

Bestudeer voor een overland ook altijd de notams (Notice to Airmen). Een notam is een bericht dat informatie bevat over een luchthaven of luchtruim, waarbij die informatie ofwel van tijdelijke aard is, ofwel nog niet bekend was bij het opmaken van vliegkaarten of bij het publiceren van luchthavengebonden boeken en publicaties. Een notam vertelt bijvoorbeeld of een landingsbaan tijdelijk gesloten is, of dat er onderweg obstakels zullen zijn, zoals parachutespringers. Voor elke vlucht moet een piloot voor het vertrek de notams opvragen van de luchthaven(s) die hij nodig zal of zou kunnen hebben.

Je vindt ze bijvoorbeeld op je smartphone als je de gratis app Easy VFR gedownload hebt. Verder staan ze op het internet. Zie bijvoorbeeld: